1. Beklijven – blijven bestaan – bron:
‘’National Geographic’’ tijdschrift
De
dodo’s konden niet beklijven door een verandering van het milieu
2. Bacil – bacterie - bron: ‘’National
Geographic’’ tijdschrift
Een
deurklink heeft meer bacillen erop dan een wc-bril.
3. Crux – het belangrijkste punt - bron:
‘’National Geographic’’ tijdschrift
De
crux van de preek is dat we ons gedragen en meer opletten.
4. Mette – zoogdier - bron: ‘’National
Geographic’’ tijdschrift
Giraffes
en katten behoren tot de mette.
5. Onbillijk – niet rechtvaardig – bron:
de krant ‘’Trouw’’
De
onschuldige man kreeg een onbillijk proces waardoor hij naar de gevangenis
moest.
6. Malversatie – bedrog – bron: de krant
‘’Trouw’’
Het
bleek dat de man die de handschoenen verkocht aan malversatie deed.
7. Fundamenteel – van groot belang –
bron: het journaal
Als
je een vak goed wilt beheersen is het fundamenteel dat je je huiswerk maakt.
8. Riant – aantrekkelijk – bron: het
journaal
Ik
heb een riante villa gevonden met een groot zwembad en een mooie tuin.
9. Seniel – achterlijk – bron: de krant
‘’Het Parool’’
Ik
denk dat hij seniel is, hij weet niet wat het verschil tussen een hond en kat
is.
10. Congé – afscheid – bron: het journaal
De
directeur nam congé omdat hij met pensioen ging.
11. Snoodaard – bandiet – bron: kinderboek
dat ik aan m’n neefje voorlas
Die
snoodaard die de tas van onze oma stal hoort in de gevangenis!
12. Façade – gevel – bron: ‘’Quest’’
tijdschrift
Het
enige wat nog afgerond moet worden is de façade, dan is ons nieuwe huis klaar.
13. Karig – weinig – bron: ‘’Quest’’
tijdschrift
De
zwervers moeten het doen met een karig maal terwijl de rijken uitgebreid
lunchen.
14. Gemoed – wat je innerlijk voelt –
bron: ‘’Quest’’ tijdschrift
Als
je goed hebt geleerd hoor je met een goed gemoed de toets te maken.
15. Relict – historisch overblijfsel –
bron: Geschiedenis lesboek van m’n broertje
Rotstekeningen
zijn voorbeelden van relicten uit de prehistorie.
16. Inflammatie – ontsteking – bron:
Biologie lesboek
Een
snee die je niet verzorgd kan uitlopen tot een inflammatie.
17. Instuif – feestje – bron: boek ‘’Een
weeffout in onze sterren’’
Omdat
Harry jarig was hadden we een instuif voor hem georganiseerd.
18. Vertier – amusement – bron: boek ‘’Een
weeffout in onze sterren’’
Om
Miriam wat vertier te brengen planden we een reisje naar Walibi.
19. Diligent – ijverig – bron: Nederlands
lesboek
Mijn
nicht is altijd diligent bezig met haar schoolwerk.
20. Oligofrenie – geestelijke handicap –
bron: Biologie lesboek
Toen
Hans werd geboren stelden de dokters vast dat hij oligofrenie had.
21. Blague – grootdoenerij – bron: iemand
gebruikte het in chat
Onder
die blague van haar schuilt een onzeker iemand.
22. Gage – geld dat je krijgt voor werk –
bron: Economie tekstboek
De
gage van deze maand is allemaal naar de nieuwe tv gegaan.
23. Vertigo – duizeligheid – bron:
Wikipedia artikel
Bij
migraine hebben sommigen last van vertigo en misselijkheid.
24. Affectief – het gevoelsleven betreffen
– bron: kenmerk van een sterrenbeeld
Mijn
tante is affectief betrokken bij haar werk.
25. Precedent – soort voorbeeld – bron: Frans
Roukes gebruikte het woord
Als
je het goedvindt schep je een precedent zodat iedereen het beter begrijpt.
26. Casus – geval, gebeurtenis – bron:
Wikipedia artikel
Bij
economie bespraken we een leerzaam casus dat ons kan helpen in de toekomst.
27. Omissie – iets dat ontbreekt – bron:
het journaal
Het
feit dat de politie geen verklaringen afnam is een ernstige omissie in het
onderzoek.
28. Iebel – geïrriteerd – bron: een
klasgenoot gebruikte het woord
Meneer
Roukes raakt iebel door de drukte van onze klas.
29. Lusthof – aards paradijs – bron: uit
een gedicht gehaald
De
luxe van Dubai liet ons denken aan een lusthof en we wouden er nooit meer weg.
30. Surplus – overschot – bron: economie
lesboek
Het
surplus aan etenswaren geeft de supermarkt aan de armen.
31. Achenebbisj – armoedig – bron: Ravi
gebruikte het woord
De
zwerver die ik ontmoette komt uit een achenebbisj buurt.
32. Lacune – iets dat ontbreekt – bron: Ravi
gebruikte het woord
Er
was een lacune van 10 bladzijdes in het boek dat ik had gevonden.
33. Jargon – vaktaal – bron: Ravi
gebruikte het woord
Vaak
is het jargon van bouwvakkers echt onbegrijpelijk.
34. Alla – uitroep tot aansporing – bron:
Ravi gebruikte het woord
‘’Alla
aan je huiswerk nu, je hebt genoeg op het internet gezeten!’’
35. Passief – zonder zelf actief te zijn –
bron: ondertiteling van een tv serie
Meestal
zit ik passief in mijn bed in plaats van te socialiseren.
36. Negorij – afgelegen plaats – bron: ondertiteling
van een tv serie
We
kwamen terecht in een negorij toen de benzine op was van onze auto.
37. Periost – beenvlies – bron: biologie
boek
Toen
Miriam te intensief had gesport had ze haar periost gescheurd.
38. Poezel – mollig – bron: biologie boek
Die
vrouw was niet dun, niet dik, maar nét poezel.
39. Collaboreren – samenwerken – bron:
geschiedenis boek
Engeland
en Frankrijk collaboreerden tegen Duitsland in de Tweede Wereldoorlog.
40. Ontwikkeld land – rijk land met een
hoog ontwikkelingspeil – bron: AK boek
Amerika
wordt beschouwd als een ontwikkeld land.
41. Moesson – halfjaarlijks wisselende
wind – bron: AK boek
In
het klimaat in India zijn moessons heel normaal.
42. Provocaties – uitlokking – bron: Ravi
gebruikte het woord
Ik
zei dat ik m’n werk niet af had omdat ik geen tijd had maar de leraar zag het
als een provocatie.
43. Verwelken – slap en lelijk worden – bron:
Ravi gebruikte het woord
Omdat
ik de roos vergat te wateren verwelkte hij na een paar dagen.
44. Schobbejak – schurk – bron: Ravi
gebruikte het woord
Hij
werd beschouwd als een schobbejak omdat hij ooit een winkel beroofde.
45. Assertief – als je voor jezelf op
durft te komen – bron: Ravi gebruikte het woord
Hij
reageerde assertief en durfde veel te zeggen toen hij overvallen werd.
46. Nostalgie – verlangen – bron: Ravi
gebruikte het woord
Hij
voelde nostalgie voor zijn vaderland waarin hij al jaren niet is geweest.
47. Factie – partij – bron: Ravi gebruikte
het woord
De
factie van toneel vond dat we meer geld moesten besteden aan kostuums.
48. Miepen – huilen – bron: Ravi gebruikte
het woord
‘’Stop
eens met miepen over je overleden kat, het is al een maand geleden!’’
49. Complementair – aanvullend – bron:
Ravi gebruikte het woord
Ik
vond die twee vazen complementair en heel goed bij het interieur passen.
50. Criterium – waarop je je beoordeling
baseert – bron: Ravi gebruikte het woord
De
criterium van de universiteit stelde hoge eisen op.
51. Verpieteren – verwelken – bron: Ravi
gebruikte het woord
Omdat
ik de groente te lang gekookt had was het helemaal verpietert en smakeloos.
52. Labiel – niet stevig – bron: Ravi
gebruikte het woord
Mijn
evenwicht is nogal labiel waardoor ik moest stoppen met turnen.
53. Speculeren – beleggen – bron: Ravi
gebruikte het woord
Mijn
ouders speculeren op de beurs in aandelen.
54. Maffen – slapen – bron: Ravi gebruikte
het woord
Het
is best wel laat, ik denk dat ik maar ga maffen.
55. Extase – toestand van enthousiasme –
bron: Ravi gebruikte het woord
Toen
ik hoorde dat we naar Engeland gingen, bracht dat mij in extase.
56. Affairist – zakenman die geld
belangrijk vind – bron: economie lesboek
M’n
oom is een echte affairist en geeft meer om geld dan zijn familie!
57. Frunniken – friemelen met je vingers –
bron: Banu gebruikte het woord
Hij
was nerveus voor zijn presentatie en zat de hele tijd te frunniken.
58. Interval – tijdsduur tussen twee
gebeurtenissen – bron: wiskunde lesboek
De
interval tussen die twee aardbevingen was heel kort.
59. Etablissement – bedrijf – bron: Ravi
gebruikte het woord
Mijn
broer moest geld lenen van de bank omdat hij een etablissement wilt openen.
60. Wispelturig – besluiteloos – bron:
Ravi gebruikte het woord
Zijn
wispelturige gedrag laat me steeds in de war raken.
61. Erkenning – appreciatie – bron: Ravi
gebruikte het woord
Hij
kreeg eindelijk erkenning voor zijn harde werk aan het toneelstuk.
62. Wedijveren – strijden – bron:
ondertiteling bij een tv-programma
Het
boek gaat over twee zusters die wedijveren om de troon.
63. Geraffineerd – zo slim bedacht dat je
het niet meteen begrijpt – bron: Youtube video
De
geraffineerde omgeving van het park trok vele bezoekers aan.
64. Obscuur – duister – bron: Miriam
gebruikte het woord
Dat
obscuur bedrijf maakt illegale producten en licht vele mensen op.
65. Soesa – problemen – bron: online
gevonden met Banu
Ik
heb nog nooit soesa gehad door af te kijken, dus het maakt me niet veel uit.
66. Verpaupering – verslechtering – bron:
stond in een brief die ik kreeg
De
verpaupering van onze buurt is stukken minder geworden, het gaat steeds beter.
67. Proza – gewone, niet-rijmende
literaire tekst – bron: Reader
Nederlands
Poëzie
en proza verschillen in vele aspecten van elkaar.
68. Compenseren – aanvullen met iets goed –
bron: Akyazi gebruikte het woord
De
leraar vertelde ons dat we onze cijfers konden compenseren met extra
opdrachten.
69. Associëren – de ene gedachte verbinden
met de andere – bron: Ravi gebruikte het woord
Hij
associeerde mij met rockmuziek omdat ik altijd zwart draag.
70. Gêne – schaamte – bron: het boek ‘’Finale
kwijting’’
Het
verbaasd me dat hij geen gêne voelt bij zijn act.