1. Accuraat – zeer nauwkeurig
De uitslag van een DNA-test is altijd accuraat.
2. Matineus – gewend om vroeg op te staan
Als je heel lang een leraar bent wordt je vanzelf matineus.
3. Douceur – fooi
In sommige landen is het onbeleefd om de ober geen douceur te geven.
4. Collisie – botsing
Toen het oordeel over de scholen bekend werd, ontstond hevige collisie tussen de ouders.
5. Cineast – filmmaker
Als je een cineast wilt worden moet je goede ideeën hebben voor scripts.
6. Apocrief – twijfelachtig
Nick komt wat apocrief over, omdat hij met zijn handen friemelt.
7. Clementie – genade
In de tijd van de Romeinen was het normaal om om clementie te smeken tijdens een duel.
8. Bisbilles – gekibbel over een kleinigheid
Al die bisbilles bleek uiteindelijk alleen maar over een potlood te gaan.
9. Myopie – bijziendheid
Er wordt gezegd dat heksen ook myopie hebben naast hun magie.
10. Ney – een muziekinstrument
Tijdens muziekles bespeel ik vaak de ney.
11. Netelig – lastig
Het is een netelige keuze om tussen patat en pizza te kiezen.
12. Explicatie – uitleg
Omdat ik wiskunde niet zo goed snap, vroeg ik om extra explicatie bij de meester.
13. Fiducie – vertrouwen
Bij een relatie is het belangrijk om fiducie in elkaar te hebben.
14. Heroïsch – heldhaftig
Toen het jongetje een kat uit de boom hielp vond iedereen dat heel heroïsch van hem.
15. Lumineus – schitterend
Jullie woonkamer is echt lumineus, ik vind het prachtig.
16. Restitueren – terugbetalen
Je had vorige week nog geld van me geleend, ga je dat nog restitueren?
17. Xylografie – houtsnijkunst
Toen we naar een tentoonstelling van xylografie gingen zagen we allemaal houten stoelen.
18. Apocrief – twijfelachtig
Hij was best apocrief over zijn keuze.
19. Somnambulisme – slaapwandelen
Ongeveer 10% van de bevolking leidt aan somnambulisme, wat erg lastig kan zijn ’s nachts.
20. Lucullisch – weelderig
Het avondeten zag er vandaag erg lucullisch uit.
21. Alluderen – spotten
Als een kind een bril op heeft, alluderen zijn medeleerlingen vaak met hem.
22. Eloquent – goedgebekt
Pepijn kent echt veel spreekwoorden en daarom noemt iedereen hem eloquent.
23. Fytofaag – plantenetend
Herbivoren worden ook wel fytofagen genoemd.
24. Eidetisch – fotografisch
Mijn pa heeft een eidetisch geheugen en kan alles onthouden.
25. Peigeren – doodgaan
Harry had zo’n pijn van de messteek in zijn zij, maar weigerde te peigeren.
26. Agrarische – landbouw betreffend
De boeren leden zwaar tijdens de agrarische revolutie.
27. Laconiek – kalm
Monique reageerde best wel laconiek op het slechte nieuws.
28. Vigilant – wakker
Ik was al vigilant om 6 uur ’s ochtends.
29. Illuminatie – verlichting
Mijn geschiedenis leraar gelooft in illuminatie.
30. Archipel – eilandengroep
Nederland heeft een kleine archipel waar Schiermonnikoog bij hoort.
31. Terp - Kunstmatig opgeworpen woonheuvel
Het oude dorpje Koekeroe is gelegen op een op natuurlijke wijze ontstane terp.
32. Abdomen – buikholte
Hun lichaam kan worden onderverdeeld in 3 zones: kop, abdomen en pereon.
33. Regime – bestuur van een ondemocratische regering
De film ging over het communistisch regime in het begin van de jaren '50.
34. Verzoening – vrede
Idris sloot verzoening met zijn vriendin uit nadat zij hem had bedrogen.
35. Toxisch – giftig
We kwamen erachter dat sommige kreeftsoorten toxisch waren.
36. Behagen – aangenaam vinden
Het behaagde hem wel dat hij mee mocht gaan naar Londen.
37. Eit – oorsmeer
Door te veel eit in z’n oor kreeg hij een ontsteking.
38. Quotiënt – delingsuitkomst
We moesten vaak het quotiënt berekenen bij wiskunde.
39. Disgenoot – tafelgenoot
De buren waren vandaag disgenoot bij ons avondeten.
40. Integraal – in zijn geheel
Het werkstuk was integraal compleet en er ontbrak niks aan.
41. Homologeren – goedkeuren
Het kostte heel wat moeite totdat mijn vader een tattoo homologeerde.
42. Bewindvoering – bestuur
De bewindvoering lastte de belasting op auto’s af.
43. Atrofie – verschrompeling van organen
Mijn vader bleek atrofie te hebben en de dokter zei dat het schadelijk voor z’n nieren was.
44. Barribal – bullebak
Mijn broertje werd gepest door een barribal.
45. Caecum – blindedarm
Het bleek dat de caecum van Josh was ontstoken en hij dus een operatie moest begaan.
De situatie was coulant voor de rector en dus kon ze het oplossen.
47. Provocatie – uitdaging
Deze opdracht was een provocatie voor mij ben ik heb het toch kunnen doen.
48. Mako – een soort haai
In Hawaï zwemmen veel mako’s en dat is gevaarlijk voor de bevolking.
49. Pedant – arrogant
Je gedraagt je echt pedant, maar je bent niet belangrijker dan anderen hoor.
50. Pragmatisch – bruikbaar
Ik denk wel dat die auto pragmatisch is aangezien je veel reist.
51. Assertief – als je voor jezelf durft op te komen
Ik ben blij dat ik assertief ben en geen watje dat alles pikt.
52. Vlijt – ijverig
Mehmet is vlijt bezig en maakt altijd zijn huiswerk.
53. Clownesk – grappig
Ravi is altijd clownesk en iedereen lacht om zijn grappen.
54. Eschara – korst
Nadat ik mijn knie had opengehaald ontstond er een eschara rond de wond.
55. Rancune – wrok
Hij heeft nog steeds rancune voor zijn vriendin die hem verraden heeft.
56. Faux – onecht
Omdat hij niet genoeg geld had heeft hij faux leer gekocht.
57. Straffe – straf
Omdat Cirano zich niet goed gedroeg kreeg hij straffe.
58. Frisko – chocoladeijsje
Omdat Liam geen aardbeienijs lust, nam hij een frisko.
59. Verkneukelen – lachen om leedvermaak
Toen de twee kinderen van de trap vielen verkneukelde Gianni helemaal.
60. Pulque – Mexicaanse drank
Als je naar Mexico bent geweest, moet je natuurlijk wat pulque gedronken hebben.
61. Parafraseren – omschrijven
Om een beter beeld te krijgen moest Arthur de dader parafraseren van de politie.
62. Ordentelijk – netjes
Mijn kamer moest ordentelijk zijn van m’n moeder, omdat er gasten komen.
63. Intentie – bedoeling
Het was niet mijn intentie om het slechter te maken, je moet me geloven.
64. Moraviër – slaaf
Gelukkig mag je tegenwoordig geen moraviërs meer houden, dat mocht alleen vroeger.
65. Punctie – prik
Om een infectie te voorkomen moesten we naar het ziekenhuis voor een punctie.
66. Ijlings – vluchtig
We waren al te laat voor onze afspraak dus liepen we ijlings door de gangen.
67. Residu – overblijfsel van iets
Toen we tijdens scheikunde het mengsel lieten verdampen bleef er nog een residu over.
68. Ensor – schilder
Ik vroeg de ensor om mij te schilderen en hij stemde in voor een mooi prijsje.
69. Permitteren – toelaten
Ik kan het niet permitteren om mijn auto uit te lenen op dit moment.
70. Accidenteel – toevallig
Ik kan niet geloven dat ik mijn vriend uit Engeland gewoon accidenteel ben tegengekomen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten