donderdag 9 januari 2014

reflectie








Deze periode was een succes voor mij, ik heb m'n cijfers behoorlijk opgehaald en ben daar ook trots op. Van zeven tekorten naar twee tekorten, dat is best wel een voltooiing vind ik. Naar mijn mening zijn m'n gedrag en werkhouding ook verbeterd, ik maak nu soms wel huiswerk en ben minder druk, waarschijnlijk. Ik kon goed met m'n stamgroep werken, de samenwerking verliep soepel en we waren het wel met elkaar eens over de meeste dingen. Alleen heb ik wel moeite met grammatica bij Nederlands en informatieverwerking. En aardrijkskunde en geschiedenis vind ik ook moeilijk, en waarschijnlijk zal ik ze nooit begrijpen, evenals wiskunde en natuurkunde. Het goeie nieuws is wel dat ik een voldoende sta voor natuurkunde en aardrijkskunde dus dat gaat wel goed. Volgende periode hoop ik wel dat ik in een goeie stamgroep zit, want mijn cijfers hangen meestal daar vanaf. Als ik met mensen zit die ik niet mag of niet echt ken zal ik slechtere cijfers halen, omdat ik sommige dingen gewoon niet kan accepteren en meestal niet tegen verandering kan. Ook zullen er veel ruzie's ontstaan denk ik, maar als ik met aardige mensen kom kan ik nieuwe vrienden maken en dat is waarschijnlijk heel nuttig voor mij. Volgende periode ga ik ook proberen om meer huiswerk te maken, want ik maak nog steeds weinig vergeleken met de hele klas.


dinsdag 7 januari 2014

tijdschrift hoofdstuk 3 - opdracht 1



Assasin’s Creed: Broederschap recensie

De strijd om de Appel gaat weer verder in het tweede deel. En er is maar één man die alles weer kan herstellen: Ezio Auditore da Firenze vecht dapper om Rome te bevrijden. Cesare Borgia tiranniseert Rome namelijk, en wil heel Italië veroveren. Cesare is een machtige man en Ezio kan dit waarschijnlijk niet alleen aan: daarom vraagt hij hulp aan de Broederschap. Het boek is een perfect vervolg op het eerste deel: Assasin’s Creed: Renaissance. Natuurlijk omdat het weer met Ezio verdergaat en niet opeens met een ander personage zoals in het derde deel met Ataïr, maar ook omdat je de draad meteen weer oppakt van waar je gebleven was met het eerste deel. Als je niet bekend bent met de gebeurtenissen, personages en voorwerpen kan dit best een lastig boek zijn om te begrijpen, daarom adviseer ik ook dat je eerst begint met Renaissance. Maar als je de verhaallijn al kent, zal je net als mij merken dat het boek waarschijnlijk perfect is. Deze boekenserie is gebaseerd op het video spel Assasin’s Creed. Als je dat spel hebt gespeeld en het best wel interessant of gewoon leuk vond, zal dit boek je helemaal wegblazen. Natuurlijk is het een beetje anders dan het spel: in het boek gaat het echt over Ezio, en niet over Desmond die terugblikt op het leven van Ezio. Maar dat is het mooie eraan vind ik. Het boek is vastgebonden aan het spel, maar tegelijkertijd heeft het ook een eigen gang. Alsnog begrijp je wel waar het over gaat en je ziet sowieso gelijkenissen met het spel. Sommige fragmenten waarin ze praten zijn hetzelfde en dus kun je je ook terugvinden in het boek. En in het boek gaan ze ook verder in op Ezio’s relatie met Caterina. De meeste mensen die nu niet weten wat Assasin’s Creed is en het nog nooit gespeeld hebben of er nog nooit van gehoord hebben zullen waarschijnlijk niks begrijpen van wat er allemaal gebeurd. Maar het is dus een moeilijk te begrijpen boek, en dat maakt het zo interessant. Het schrijfwerk is ook prachtig gedaan, door Oliver Bowden (Anton Gill). Hij is een fanatieke gamer en heeft zijn fenomenale schrijfkunsten behaald door het videospel constant te spelen. En het is hem uiteindelijk gelukt een fantastisch boek neer te leggen. Het is makkelijk te lezen, de schrijfstijl is mooi en goed verzorgd waardoor de lezer meteen opgewonden raakt en het boek snel wilt uitlezen. Het is ook wel grappig dat in dit boek wat fictief geschreven is, echte personen voorkomen, zoals Leonardo da Vinci, die Ezio helpt met het opsporen van de mensen die zijn familie hebben vermoord. En de verhaallijn is op zichzelf al heel interessant en vol met informatie. Het enige probleem dat sommige lezers kunnen treffen is dat er teveel personages zijn, waardoor het soms moeilijk is om bij te houden wie precies wie is. Maar verder is het een heel spannend boek met veel actie en zoektochten waarvan je echt op het puntje van je stoel zit, ook al is het maar een boek. Kortom: geweldig boek met spannende bijvoegingen aan het spel.


tijdschrift hoofdstuk 2 - opdracht 5



Tekst 4
1. Wat is het onderwerp van de tekst?
De kijk op taal vanuit de ooghoek van jongeren.
2. Uit welke alinea(´s) bestaat de inleiding?
Uit alinea 1 en 2.
3. Hoeveel alinea´s heeft de tekst?
Twaalf alinea´s.
4. Uit hoeveel alinea(`s) bestaat het slot?
Uit 1 alinea.
5. Waar staat A.B.N voor?
Algemeen Beschaafd Nederlands.
6. Wat zijn emoticons?
Het zijn smiley´s die emotie en gevoel geven aan de tekst die geschreven is.
7. Wat vinden Nederlandse jongeren van het Nederlands?
Een lelijke taal. Het is niet modern en vooral saai. Ook vinden ze de uitspraak lelijk.
8. Zijn de lessen Nederlands of verhalen, liedjes en poëzie leerzamer? Wat vind jij?
Eigen mening leerling.
9. Waarom vinden de jongeren Engels een beter taal?
Omdat het een trendy en moderne taal is, waarvan ze zich van de volwassenen kunnen onderscheiden. Ook helpt het hen met het leren van vreemde talen.
10. Hoe gaan jongeren met taal om?
Ze passen hun taalgebruik aan, het hangt er dus vanaf met wie ze praten. Ze hebben ook hun eigen taal, straattaal genoemd, en gebruiken vele afkortingen en emoticons.

tijdschrift hoofdstuk 2 - opdracht 3



Inleiding - We weten allemaal dat spelling belangreik is. Daarom zullen de meeste van jullie ook wel gemerkt hebben dat ik ´belangrijk´ fout heb gespeld. Maar hoe en waarom heb je dat gemerkt? Is jouw spelling dan zo goed? Misschien komt het door je opleiding of dat je veel leest, maar je weet zelf wel dat ook jij soms fouten maakt. Dat komt omdat niemand spelling kan beheersen, het is te moeilijk. Maar we kunnen ons er wel in verdiepen en er beter in worden. Dus hoe spel je nou correct, waar doe je dat en waarom zou je het nou doen?













tijdschrift hoofdstuk 2 - opdracht 1





tijdschrift hoofdstuk 1 - opdracht 6



Mijn naam is Fatmanur Uyar. Mijn favoriete boek is waarschijnlijk The Fault in our Stars, de Engelse versie dan, geschreven door mijn favoriete schrijver: John Green. Het is een boek als geen ander en het raakt je echt. Het past ook in de genres die ik graag lees, wat er best veel zijn. Horror, liefde, actie, fictie en non-fictie zijn voorbeelden van de genres die mij aanspreken. En wanneer het dan buiten regent en je zit bij het raam met een kopje thee, dat is pas een perfect leesmoment. Of soms wanneer ik veel werk te doen heb neem ik even pauze en haal een boek tevoorschijn. Niet het verstandigste moment om te lezen, maar het brengt je wel tot rust. En mijn favoriete tijdschrift is Quest. Er staan vele weetjes en feiten in en het is meestal leerzaam maar tegelijkertijd leuk. En je moet wat je leest wel leuk vinden natuurlijk. Daarom zou ik een boek schrijven die vele onderwerpen beschrijft zodat iedereen hem leuk vindt en zou willen lezen. En dan zou ik natuurlijk een van de stille bijpersonen zijn, want opvallen is niet echt mijn ding.

verwerkingsopdracht woordenschatschrift nummer 7 - periode 2





woordenschatschrift - periode 2



1. Preprint – voordruk
Er wordt altijd een preprint van een krant gemaakt om spelfouten te checken.
 2. Averij – schade aan een schip tijdens de reis
Er was flinke averij aan het schip door de storm gisteravond.
 3. Tuien – met trossen vastleggen
Je moet schepen altijd tuien, anders kunnen ze per ongeluk meevaren met de zee.
 4. Zelfzuchtig – egoïstisch
Omar is zo zelfzuchtig en denkt alleen maar aan zichzelf.
 5. Hachelen – eten
De overlevenden hadden lang niks gegeten, dus ze zaten flink te hachelen bij het feestmaal.
 6. Gulzig – gretig
Toen ik de zwerver een boterham gaf, begon hij gulzig te eten.
 7. Tutoyeren – iemand met jij of jou aanspreken
Bij je vrienden moet je elkaar tutoyeren, maar bij ouderen niet.
 8. Pertinent – zeer beslist
Zij gaat pertinent niet met je naar het feest, vergeet het maar.
 9. Lucide – helder
Die dame die beweerde dat ze helderziend was, zei dat mijn geest lucide is.
 10. Eerbiediging – respect
Hij heeft veel eerbiediging voor zijn idool.
 11. Tronie – gezicht
Je kon aan zijn tronie zien dat hij ontevreden was met ons gedrag.
 12. Epateren – verbluffen
Hij wist de zaal te epateren met zijn goochelkunstjes.
 13. Verwikkeling – verwarring
Het einde van de serie zorgde voor verwikkeling bij de kijkers.
 14. Parochie – kerkgemeente
De parochie probeert meer aanhangers te krijgen door te zingen voor het winkelcentrum.
 15. Sanctie – strafmaatregel
Dat is verboden, maar voor zover ik weet is er geen sanctie als je het alsnog doet.
 16. Hesp – varkensvlees
Het is verboden voor moslims om hesp te consumeren.
 17. Tonus – spanning
Die horrorfilm zorgde voor veel tonus en stilte in de zaal.
 18. Genereren – verwekken
Een dynamo genereert veel elektriciteit.
19. Epigoon – imitator
Als je een schilderij koopt, moet je oppassen dat het niet door een epigoon is gemaakt.
20. Vertikken – weigeren
Ik vertik het om de waarheid nog langer te verzwijgen.
21. Billijk – eerlijk
Als een politieagent je ondervraagt moet je altijd billijk zijn.
22. Inert – traag
Sinds we die nieuwe software ingevoerd hebben is onze pc inert geworden.
23. Konfijten – bewaren in suiker
Als je fruit konfijt is het langer houdbaar.
24. Kaam – een vliezig laagje op een vloeistof
Als je soep lang laat staan, zal je zien dat er kaam op zal verschijnen.
25. Dilateren – wijder maken (medisch)
Omdat de aderen van mijn oma verstopt waren, moesten de dokters ze dilateren.
26. Echelon – deel van het leger met een eigen taak
Het voorste echelon moet als eerst aanvallen met de granaten.
27. Fiducie – vertrouwen
Ik heb er weinig fiducie in dat hij zal slagen.
28. Konkelen – in het geheim overleggen
Achter die deur zit de burgemeester te konkelen, maar niemand mag ervan weten.
29. Foerageren – op zoek zijn naar eten
Voor hun winterslaap begint, zijn beren flink bezig met foerageren.
30. Balustrade – leuning
Ze zouden een balustrade bij die afgrond moeten plaatsen, mensen kunnen er zo in vallen.
31. Meuk – rotzooi
Mijn moeder zeurt steeds dat ik alle meuk in mijn kamer moet weggooien.
32. Drossen – zich uit de voeten maken
Toen de kapitein drosten de slaven allemaal tegelijk.
33. Blutsen – indeuken
Je moet oppassen dat je papa’s auto niet blutst als je hem leent.
34. Cynisch – onbeschoft
Ravi geeft altijd cynisch antwoord aan mensen die hij niet mag.
35. Fuif – feestje
Na het einde van het schooljaar geef ik een fuif, en iedereen is uitgenodigd.
36. Smiecht – smeerlap
Ze wil die smiecht die haar geld heeft gestolen aanklagen.
37. Diffuus – onduidelijk
Onze leraar aardrijkskunde geeft altijd diffuus uitleg waardoor we er niets van snappen.
38. Vees – scheet
Door die bruine bonenschotel liet hij de ene vees na de andere.
39. Heuglijk – aangenaam
Die heuglijke dag zal ik nooit meer vergeten, ik was echt blij toen.
40. Fiatteren – goedkeuren
Ik denk niet dat mijn vader deze tattoo zal fiatteren.
41. Benemen – afpakken
De leraar besloot om alle mobieltjes te benemen totdat de leerlingen zich gedroegen.
42. Falsificatie – vervalsing
In China verkopen ze vele falsificaties van beroemde merken.
43. Neb – snavel
Mijn man is gek op vogels, vooral die met een felle, spitse neb.
44. Subiet – onmiddellijk
Als er een ongeluk gebeurd, moet je subiet 112 bellen.
45. Anglofiel – liefhebber van alles wat Engels is
Blijkbaar ben ik een anglofiel, dat is waarschijnlijk ook de reden dat ik zo goed Engels spreek.
46. Immobiliseren – bewegingloos maken
Als je been gebroken is, moet je hem immobiliseren met een gips.
47. Kopij – tekst die uitdrukt gaat worden
We moesten onze kopij voor het tijdschrift digitaal inleveren.
48. Heimelijk – in het geheim
Hij is heimelijk een agent, maar niemand mag dat weten.
49. In dubio – in twijfel
Hij is in dubio of hij zich zal inschrijven voor de wedstrijd.
50. Xenofoob – bang voor vreemden
Omdat Achraf xenofoob is, wil hij nooit meekomen op bezoek.
51. Afraffelen – haastig en slordig doen
Er was nog maar een half uur voor de deadline van de opdracht, dus raffelde hij het werkstuk snel af.
52. Roetsjen – glijden
Nu er sneeuw is gevallen kunnen we lekker van de heuvel roetsjen.
53. Zoor – droog
Door al het harde werk zijn m’n handen zoor geworden.
54. Snerpen – snijden
Wat een snerpende wind was er deze winter toch.
55. Molière – lage veterschoen
Hij had suède molières met een lichte spijkerbroek aan naar het kamp.
56. Vete – ruzie
Doordat de meisjes het oneens waren  de keuze van de film ontstond er een vete tussen ze.
57. Referent – expert in een bepaald vakgebied
Om ons meer te laten leren over zwaartekracht liet onze natuurkunde meester een referent komen.
58. Kribbebijter – chagrijnig persoon
Heeft Nadine weer problemen met de directeur? Wat een kribbebijter is ze toch.
59. Zerp – zuur
De soep was voor mijn wat te zerp, waarschijnlijk door de citroenen erin.
60. Daveren – denderen
De tractor daverde over de snelweg richting de boerderij.
61. Sakkeren – vloeken
Bij ons op school mag je niet sakkeren, anders krijg je problemen en moet je naar de directeur.
62. Geselen – slaan met een zweep
Ik heb gehoord dat diepgelovige christenen zich geselen tot de beginnen te bloeden.
63. Delibereren – gezamenlijk overleggen
De leerkrachten delibereren over het gedrag van de leerlingen.
64. Inkaderen – inlijsten
Het was een lastige klus om dat eeuwenoude schilderij in te kaderen.
65. Sneven – doodgaan in een strijd
Hij is zo trouw aan zijn land dat hij ervoor zou willen sneven.
66. Voos – vies
Die stoofpot smaakte zo voos dat ik er bijna van moest kotsen.
67. Louter – puur
Zij doet mee aan die wedstrijd, maar louter voor de plezier.
68. Cultiveren – liefdevol verzorgen
Onze buurvrouw houdt van tuinieren en cultiveert haar bloemen dan ook perfect.
69. Torderen – draaien
Dankzij de spieren en pezen in ons lichaam kunnen we onze schouders torderen.
70. Kwetteren – geluid maken
De vogels hielden maar niet op met kwetteren waardoor ik niet kon slapen.

verwerkingsopdracht woordenschatschrift nummer 5 - periode 1

                                            





verwerkingsopdracht woordenschatschrift nummer 3 - periode 1





woordenschatschrift - periode 1



1. Accuraat – zeer nauwkeurig
De uitslag van een DNA-test is altijd accuraat.
2. Matineus – gewend om vroeg op te staan
Als je heel lang een leraar bent wordt je vanzelf matineus.
3. Douceur – fooi
In sommige landen is het onbeleefd om de ober geen douceur te geven.
4. Collisie – botsing
Toen het oordeel over de scholen bekend werd, ontstond hevige collisie tussen de ouders.
5. Cineast – filmmaker
Als je een cineast wilt worden moet je goede ideeën hebben voor scripts.
6. Apocrief – twijfelachtig
Nick komt wat apocrief over, omdat hij met zijn handen friemelt.
7. Clementie – genade
In de tijd van de Romeinen was het normaal om om clementie te smeken tijdens een duel.
8. Bisbilles – gekibbel over een kleinigheid
Al die bisbilles bleek uiteindelijk alleen maar over een potlood te gaan.
9. Myopie – bijziendheid
Er wordt gezegd dat heksen ook myopie hebben naast hun magie. 
10. Ney – een muziekinstrument
Tijdens muziekles bespeel ik vaak de ney.        
11. Netelig – lastig
Het is een netelige keuze om tussen patat en pizza te kiezen.
12. Explicatie – uitleg
Omdat ik wiskunde niet zo goed snap, vroeg ik om extra explicatie bij de meester.
13. Fiducie – vertrouwen
Bij een relatie is het belangrijk om fiducie in elkaar te hebben.
14. Heroïsch – heldhaftig
Toen het jongetje een kat uit de boom hielp vond iedereen dat heel heroïsch van hem.
15. Lumineus – schitterend
Jullie woonkamer is echt lumineus, ik vind het prachtig.
16. Restitueren – terugbetalen
Je had vorige week nog geld van me geleend, ga je dat nog restitueren?
17. Xylografie – houtsnijkunst
Toen we naar een tentoonstelling van xylografie gingen zagen we allemaal houten stoelen.
18. Apocrief – twijfelachtig
Hij was best apocrief over zijn keuze.
19. Somnambulisme – slaapwandelen
Ongeveer 10% van de bevolking leidt aan somnambulisme, wat erg lastig kan zijn ’s nachts.
20. Lucullisch – weelderig
Het avondeten zag er vandaag erg lucullisch uit.
21. Alluderen – spotten
Als een kind een bril op heeft, alluderen zijn medeleerlingen vaak met hem.
22. Eloquent – goedgebekt
Pepijn kent echt veel spreekwoorden en daarom noemt iedereen hem eloquent.
23. Fytofaag – plantenetend
Herbivoren worden ook wel fytofagen genoemd.
24. Eidetisch – fotografisch
Mijn pa heeft een eidetisch geheugen en kan alles onthouden.
25. Peigeren – doodgaan
Harry had zo’n pijn van de messteek in zijn zij, maar weigerde te peigeren.
26. Agrarische – landbouw betreffend
De boeren leden zwaar tijdens de agrarische revolutie.
27. Laconiek – kalm
Monique reageerde best wel laconiek op het slechte nieuws.
28. Vigilant – wakker
Ik was al vigilant om 6 uur ’s ochtends.
29. Illuminatie – verlichting
Mijn geschiedenis leraar gelooft in illuminatie.
30. Archipel – eilandengroep
Nederland heeft een kleine archipel waar Schiermonnikoog bij hoort.
31. Terp - Kunstmatig opgeworpen woonheuvel
Het oude dorpje Koekeroe is gelegen op een op natuurlijke wijze ontstane terp.
32. Abdomen – buikholte
Hun lichaam kan worden onderverdeeld in 3 zones: kop, abdomen en pereon.
33. Regime – bestuur van een ondemocratische regering
De film ging over het communistisch regime in het begin van de jaren '50.
34. Verzoening – vrede
Idris sloot verzoening met zijn vriendin uit nadat zij hem had bedrogen.    
35. Toxisch – giftig
We kwamen erachter dat sommige kreeftsoorten toxisch waren.
36. Behagen – aangenaam vinden
Het behaagde hem wel dat hij mee mocht gaan naar Londen.
37. Eit – oorsmeer
Door te veel eit in z’n oor kreeg hij een ontsteking.
38. Quotiënt – delingsuitkomst
We moesten vaak het quotiënt berekenen bij wiskunde.
39. Disgenoot – tafelgenoot
De buren waren vandaag disgenoot bij ons avondeten.
40. Integraal – in zijn geheel
Het werkstuk was integraal compleet en er ontbrak niks aan.
41. Homologeren – goedkeuren
Het kostte heel wat moeite totdat mijn vader een tattoo homologeerde.
42. Bewindvoering – bestuur
De bewindvoering lastte de belasting op auto’s af.
43. Atrofie – verschrompeling  van organen
Mijn vader bleek atrofie te hebben en de dokter zei dat het schadelijk voor z’n nieren was.
44. Barribal – bullebak
Mijn broertje werd gepest door een barribal.                  
45. Caecum – blindedarm
Het bleek dat de caecum van Josh was ontstoken en hij dus een operatie moest begaan.
46. Coulant – handelbaar
De situatie was coulant voor de rector en dus kon ze het oplossen.
47. Provocatie – uitdaging
Deze opdracht was een provocatie voor mij ben ik heb het toch kunnen doen.            
48. Mako – een soort haai
In Hawaï zwemmen veel mako’s en dat is gevaarlijk voor de bevolking.                        
49. Pedant – arrogant
Je gedraagt je echt pedant, maar je bent niet belangrijker dan anderen hoor.
50. Pragmatisch – bruikbaar
Ik denk wel dat die auto pragmatisch is aangezien je veel reist.
51. Assertief – als je voor jezelf durft op te komen
Ik ben blij dat ik assertief ben en geen watje dat alles pikt.
52. Vlijt – ijverig
Mehmet is vlijt bezig en maakt altijd zijn huiswerk.
53. Clownesk – grappig
Ravi is altijd clownesk en iedereen lacht om zijn grappen.
54. Eschara – korst
Nadat ik mijn knie had opengehaald ontstond er een eschara rond de wond.
55. Rancune – wrok
Hij heeft nog steeds rancune voor zijn vriendin die hem verraden heeft.
56. Faux – onecht
Omdat hij niet genoeg geld had heeft hij faux leer gekocht.
57. Straffe – straf
Omdat Cirano zich niet goed gedroeg kreeg hij straffe.
58. Frisko – chocoladeijsje
Omdat Liam geen aardbeienijs lust, nam hij een frisko.
59. Verkneukelen – lachen om leedvermaak
Toen de twee kinderen van de trap vielen verkneukelde Gianni helemaal.
60. Pulque – Mexicaanse drank
Als je naar Mexico bent geweest, moet je natuurlijk wat pulque gedronken hebben.
61. Parafraseren – omschrijven
Om een beter beeld te krijgen moest Arthur de dader parafraseren van de politie.
62. Ordentelijk – netjes
Mijn kamer moest ordentelijk zijn van m’n moeder, omdat er gasten komen.
63. Intentie – bedoeling
Het was niet mijn intentie om het slechter te maken, je moet me geloven.
64. Moraviër – slaaf
Gelukkig mag je tegenwoordig geen moraviërs meer houden, dat mocht alleen vroeger.
65. Punctie – prik
Om een infectie te voorkomen moesten we naar het ziekenhuis voor een punctie.
66. Ijlings – vluchtig
We waren al te laat voor onze afspraak dus liepen we ijlings door de gangen.
67. Residu – overblijfsel van iets
Toen we tijdens scheikunde het mengsel lieten verdampen bleef er nog een residu over.
68. Ensor – schilder
Ik vroeg de ensor om mij te schilderen en hij stemde in voor een mooi prijsje.
69. Permitteren – toelaten
Ik kan het niet permitteren om mijn auto uit te lenen op dit moment.
70. Accidenteel – toevallig
Ik kan niet geloven dat ik mijn vriend uit Engeland gewoon accidenteel ben tegengekomen.

inleiding







De afgelopen periode hebben we veel besproken tijdens Nederlands. We hebben de meeste tijd gewerkt aan ons online tijdschrift, wat veel tijd en moeite kostte. Dat vond ik toch het leukste, omdat het eindelijk wat anders was dan alleen uit het boek werken. Maar ook hebben we wat dingen daaruit besproken. Hoe je het verschil tussen argumenten en standpunten herkent, wat voor soort argumenten er zijn en hoe je die kunt herkennen bijvoorbeeld. Ook hadden we het over zelfstandig gebruikte telwoorden en bijvoeglijke naamwoorden. In sommige gevallen schrijf je die met een -n en in andere gevallen zonder -n. Dat vond ik eigenlijk best pittig en het was een beetje verwarrend. Ik beheers het nu wel beter door de uitleg van mevrouw Bakker, maar ik maak jammer genoeg alsnog fouten. En dan hebben we ook nog dit portfolio. Om het naast het tijdschrift te maken was best veel werk, maar deze keer hadden we minder opdrachten gekregen dus dat kwam wel goed uit. Er staan een paar opdrachten uit de eerste periode in, zoals het woordenschatschrift met de verwerkingsopdrachten erbij en het taalportret. En wat er deze periode bij is gekomen zijn de opdrachten uit ons online tijdschrift, nog een woordenschatschrift met verwerkingsopdracht en dan nog een reflectie over de afgelopen periode. Die reflectie vond ik waarschijnlijk het leukst, omdat je toch nog terugblikt op wat er allemaal is gebeurd en wat je ervan hebt geleerd.



Books

taalportret - periode 1





Ik ben geboren in Amsterdam in het BovenIJ ziekenhuis en woon nog steeds in Amsterdam-Noord. Ik spreek al vanaf m’n geboorte Turks en heb Nederlands op m’n 4e al geleerd. Na verloop van tijd begon ik Engels behoorlijk goed te beheersen en toen ik eenmaal in de middelbare school zat, kwamen de talen Duits en Frans er ook bij. Ik denk ik het Engels, maar droom toch echt in het Nederlands. Ik vindt dat ik Nederlands het beste beheers, aangezien ik het al vanaf een jonge leeftijd heb geleerd. Ik luister het liefst muziek in het Engels, ik vind dat het veel beter klinkt dan andere talen. Mijn favoriete artiesten zijn dan ook One Direction en Ed Sheeran, en ik ben een grote fan van hen. Ik spreek gewoon Nederlands met m’n moeder en vrienden, want we leven tenslotte in Nederland. Ik zou niet echt een andere taal erbij willen nemen, maar ik zou wel willen dat ik Frans en Duits beter kon spreken en beheersen, want dat zijn nou eenmaal belangrijke talen die je in vele landen kunt gebruiken. Taal is een belangrijk onderwerp in het leven en eigenlijk gebruiken we het allemaal dagelijks. Ik spreek het natuurlijk, maar ik schrijf ook verslagen zoals deze en lees vele boeken.